Description
Jasper Oostland
Aan inspiratie geen gebrek: de formule lijkt onuitputtelijk en leent zich tot de wildste combinaties, die samen met groot schildersvakmanschap, vervreemdende maar vooral verrassende en verleidelijke plaatjes opleveren.
Een zonnebadend zeepaardje in zwembroek op een strand, een beer wandelend in een lege stad, een peinzend konijn in een fauteuil, een haas op een keukentrapje, een krokodil in een rood jasje op een waterscooter, een kameleon onder een paraplu, een vermoeide, in regenjas gehulde roodogige boomkikker lopend achter een volle winkelwagen voor een supermarkt of in de badkamer met ontbloot bovenlijf, zijn eigen spiegelbeeld aanstarend….
Jasper bouwt zijn schilderijen op met heel veel transparante laagjes verf. Hij schildert acryl op papier bij voorkeur in 30×30 cm, een handzaam formaat dat uitnodigt tot het maken van combinaties of mozaïeken. De laatste tijd waagt hij zich ook aan het grotere werk. Sinds zijn afstuderen aan de Groningse Academie Minerva heeft Jasper Oostland een enorm succes met zijn werk.
Een kikker kan een vaas vastpakken. (Artikel verschenen in Der Kunsthandel april 2016)
Inspiratie? Jasper is daar duidelijk in. “Dat kan van alles zijn. Van twee kleuren op een reclamebord tot een film. Wat meestal wel het geval is, is dat ik een dier en een setting in gedachten heb voordat ik research doe voor een schilderij. Ik sla dan boeken en tijdschriften na op precies de juiste afbeelding, om dat als basis aan te houden. Tegenwoordig haal ik vaak afbeeldingen van internet.”
Meestal wordt de setting anders dan hij van te voren in zijn hoofd had, omdat de schetsen of afbeeldingen waar hij tegen aanloopt weer nieuwe ideeën geven.
Van te voren een schets op papier zetten is iets wat maar zelden voorkomt, meestal wordt het werk gelijk op doek getekend, vaak met kleurpotlood, voordat Jasper het verder uitwerkt in verf. Eerst een paar lijnen of cirkels om de compositie te bepalen, dan steeds fijner naar meer details toe. Ook vind hij het plezierig om op die wijze vast in de kleursfeer te komen in plaats van zwart/wit. “Wanneer alles op zijn plek staat teken ik pas alle juiste lijnen met een tekenpotlood; een harder of zachter potlood afhankelijk van de dekkracht van de acrylverf die daarna als ondergrond gebruikt wordt.”
“Zodra alles er op de juiste manier op staat wordt de juiste ondergrond kleur gemengd en in een paar lagen op het doek gezet. Deze kleur kan later op verschillende plekken door het schilderij heen blijven schemeren. Het is vaak een vrij felle kleur waardoor het schilderij een levendige gloed krijgt.”
Bij de meeste onderdelen van het schilderij werkt Jasper van donker naar licht, d.w.z. eerst de schaduwpartijen, dan de lichtere delen en op het laats het hoogwit. “Vaak wordt gedacht dat ik de figuren op een effen achtergrond schilder en dat het dan klaar is, maar dat is dus niet zo.”
“De uiteindelijke achtergrondkleur van het schilderij wordt met een fijn penseel om het figuur en eventuele voorwerpen heen geschilderd, en daarna met een grotere kwast verder naar buiten toe. Dit is een bewuste keuze om de ondergrondkleur zowel door de afbeelding als door de achtergrondkleur heen te kunnen laten schemeren. Wanneer ik daar niet voor zou kiezen zouden de geschilderde afbeeldingen als een plakplaatje op de achtergrondkleur liggen.” En voegt daar aan toe: “Waarschijnlijk zullen er niet veel mensen zijn die dit opvalt en is het een hoop meer werk, maar ik moet er zelf ook tevreden over zijn.”
Is er een favoriet schilderij?
“Meestal verliest een schilderij mijn interesse als het af is en ben ik alleen gericht op het werk waar ik mee bezig ben. Er zijn natuurlijk wel werken die mij me bijzonder dierbaar zijn, bijvoorbeeld ‘Parkbank’. Alles wat ik wil uitdrukken komt daar samen. Het klopt gewoon qua compositie, kleur en gevoel. De houding van de kikker, de zichtlijn die versterkt wordt door de lange bank, de werking van de koffer, enzovoort…”
Als fulltime kunstenaar trekt hij veel tijd uit voor promotie, want dat ziet hij als een belangrijk deel van zijn werk. Zijn vader, eigenaar van een meubelwinkel, kwam eens met de stelling dat ie had uitgerekend dat hij zeven uur per dag tekort kwam om alles te kunnen doen wat hij wilde qua werk. “Zo voelt dat bij mij ook”, aldus Jasper, “lang leve de To Do Lijst!”
Jasper exposeert in galerieën én organiseert hij zelf veel exposities, bv. in openbare gebouwen zoals grotere ziekenhuizen, bibliotheken etc. Natuurlijk is hij ook, hoe kan het ook anders voor iemand die zo gebruik maakt van de virtuele wereld, te vinden op Facebook en op zijn eigen website. “Alles bij elkaar gaat daar veel tijd in zitten, het vergt altijd meer tijd dan je van te voren inschat.”
Waarom zijn dieren, en vooral kikkers, het hoofdonderwerp in jouw werk?
“Toen ik naar de kunstacademie ging, was ik veel met stripachtige dingen bezig. Ik tekende karikaturen van dieren. Op een gegeven moment ging ik kikkers gebruiken in mijn beelden. Ik kwam tot de ontdekking dat deze geen karikaturale draai nodig hadden. Ik ging ze dus realistisch afbeelden. Het grappige aan boomkikkers, vind ik, is dat ze vrij menselijk over komen. Ze hebben handen met vingers en met hun bolle ogen lijken ze over de wereld na te denken. Ze hebben maar kleine hersenen dus zoveel zal er niet in omgaan, maar door ze rechtop te zetten lijken ze heel menselijk. Ik vind het belangrijk de anatomie van de dieren die ik schilder intact te laten: De gewrichten te laten buigen zoals ze dat natuurlijk gezien kunnen en er bijvoorbeeld geen gezichtsspieren bij te verzinnen. Een kikker is dus voor mij een geschikt dier omdat hij bijvoorbeeld een vaas vast kan pakken. Dat wordt voor een neushoorn moeilijker.”
Rian van Nieuwkerk