Description
Herman Brood werd op 5 november 1946 geboren in Zwolle. Brood kreeg zijn eerste pianolessen in 1959. Herman was erg intelligent, maar kwam op school niet mee. Hij had er een hekel aan om mee te lopen in het keurslijf. Regelmatig klom hij op school door het raam naar buiten, richting vrijheid. Veel liever zat hij achter de piano en eindeloos te oefenen om zich moeilijke akkoorden eigen te maken. De piano stond in de woonkamer van het huis die grensde aan de machinefabriek van zijn vader. Nachtenlang, het liefst in donker oefende hij met pianospelen. Altijd vergezeld door het gejank van hond Pat. Ook tekende hij in die tijd al heel veel. Als Herman weg was, was hij vaak te vinden op een kamertje boven het magazijn van de fabriek. In alle stilte zat hij daar dan te tekenen. Herman ging in 1964 naar de Kunstacademie in Arnhem en richtte daar The Moans op. De band deed veel optredens voor Amerikaanse militairen in West-Duitsland en Brood kreeg wel eens een pilletje toegeschoven om wakker te blijven. Zo begon zijn verslaving. In 1967 stapte hij over naar Cuby and the Blizzards. Hij ontmoette de toenmalige Miss Groningen Tekie Buissink, met wie hij een kortstondige relatie had. Op 24 mei 1968 werd hun zoon Marcel geboren. Toen de platenmaatschappij vernam dat hij drugs gebruikte werd hij uit de band gezet. Begin 1974 deed hij Herman mee aan een Cuby and the Blizzards-reÃ_nie voor het VARA-televisieprogramma Nederpopzien. Vanaf dit moment pakte hij zijn muzikale carrière weer op. Hij speelde korte tijd in de Noord-Hollandse formatie Stud en nam een album op met onder andere Jan Akkerman onder de naam ‘Flash & Dance Band’. Vervolgens trad hij toe tot de band Vitesse. Na het debuutalbum in 1975 verliet hij deze weer. In 1976 vond een cruciale ontmoeting plaats. Brood speelde mee in Cuby and the Blizzards, die voor korte tijd was heropgericht, toen hij in café ‘t Pleintje in Winschoten de naald van zijn injectiespuit in een prullenmand liet vallen. De eigenaar van het café, Koos van Dijk, kwam binnen toen Brood in de prullenmand op zoek was naar zijn naald. In plaats van Brood buiten de deur te zetten, keerde Van Dijk de prullenmand om en zocht ijverig mee. Vanaf dat moment trad Van Dijk op als Broods manager; hij zou dit blijven tot Broods dood in 2001. Brood verliet Cuby and the Blizzards en begon zijn eigen formatie: Herman Brood & His Wild Romance. In 1977 kwam het album Street uit dat enthousiast werd ontvangen. In 1978 volgde Shpritsz. De single Saturday Night werd een grote hit. Duitsland en Frankrijk raakten geïnteresseerd. Brood werkte in 1979 mee aan de film Cha Cha van Herbert Curiël en trad in de film in het huwelijk met punk-operazangeres Nina Hagen. In hetzelfde jaar vertrok hij naar de Verenigde Staten. Maar een Amerikaanse tournee werd geen succes en het in de VS geproduceerde album Go Nutz (1980) werd zowel daar als in Nederland afgekraakt. Hierop viel Wild Romance uit elkaar en zakte de carrière van Brood in. In 1985 trad hij in het huwelijk met Xandra Jansen, samen hadden ze twee kinderen, Lola (1985) en Holly (1994), en een aangenomen dochter Brenda (1979). Zijn dochter Holly zong in Kinderen voor Kinderen (2006) en Kinderen Zingen Met Sterren (2008). Holly speelde ook mee in de musical Ciske de Rat In de jaren daarna waaierde zijn carriere uit. Brood acteerde in een toneelstuk en een speelfilm, maar vooral in zijn eigen leven. Ook werd hij steeds actiever als kunstschilder. Hij werkte op groot formaat en met felle kleuren, waarbij zijn werk stond in de traditie van de Cobra. De keuze voor primaire kleuren kwam grotendeels voort uit noodzaak, omdat hij kleurenblind was. Vaak bracht hij met zwarte verf letters aan op zijn werk. De handtekening ‘brood’ vormt veelal een opvallend onderdeel van het schilderij. Brood bleef daarnaast actief in de muziek, maar zijn albums uit deze periode haalden niet meer het niveau van Shpritsz. Beroemd werd hij met zijn openlijke uitspraken in de pers over seks en drugsgebruik. Hij genoot van alle aandacht en werd de bekendste harddrugsgebruiker in Nederland; de ‘nationale knuffeljunk’. Door het gebruik van alle genotmiddelen was zijn lichaam tegen 2001 geheel uitgeleefd. Pogingen om gedwongen af te kicken hadden geen succes. Toen het leek alsof hij nog maar een paar maanden te leven had nam Brood zelf het heft in handen en pleegde zelfmoord. Op 11 juli 2001 sprong hij van het Amsterdamse Hilton Hotel. Hij liet een afscheidsbriefje achter bij de bar met o.a. de tekst “maak er nog een groot feest van”.